 |
De behandeling van obstructieve tubadisfunctie, welke wordt veroorzaakt door het niet of niet voldoende openen van de buis van Eustachius, bestond tot voor kort bijna uitsluitend uit het behandelen van de gevolgen. Gangbaar is bijvoorbeeld het plaatsen van trommelvliesbuisjes voor transtympanale drainage.
Entermed heeft nu een risicovrije transnasale methode ontwikkeld, waarbij een ballonkatheter endoscopisch in het kraakbeendeel van de tuba wordt geschoven. De TubaVent pakt direct de oorzaak aan, namelijk de obstructie ter hoogte van de buis van Eustachius.
 |
 |
Eenvoudig in gebruik en minimaal invasief
Ballondilatatie van de buis van Eustachius ("balloon dilation eustachian tuboplasty” (BET)) is een nieuwe, transnasale methode waarbij een ballonkatheter endoscopisch in het kraakbeendeel van de tuba wordt geschoven. Wanneer de tuba correct is gepositioneerd in de buis van Eustachius, wordt de ballon op een druk van 10 bar gebracht. Deze druk wordt aangehouden gedurende twee minuten, waarna de ballonkatheter verwijderd wordt. Deze procedure gebeurt onder een korte algemene anesthesie.
De obstructie ter hoogte van de buis van Eustachius wordt door het dilateren van het kraakbenige deel van de tuba verholpen.
Uiterst succesvol
Wereldwijd worden al duizenden tuba's gedilateerd. De succesratio's fluctueren tussen de 70 en de 95%. Een juiste indicatie is hierbij essentieel.
Resultaten in Nederland wijzen uit dat de patiënten met een juiste indicatie gebaat zijn bij de dilatatie. Bij niet geslaagde dilataties is geen achteruitgang of complicatie geconstateerd.
Bielefeld Balloon Catheter
Tuba dysfunctie often involves a chronic functional defect in which the regular aeration and ventilation as well as the self-cleaning capability of the middle ear are limited. The consequences of this malfunction include the development of chronic otitis media which, in the worst case, may lead to the destruction of the middle ear structures, resulting in subsequent hearing loss.
|
“The introduction of microsurgical and endoscopic techniques revolutionized medicine and is still state of the art today. In a practical clinical study, Professor Holger Sudhoff has proved that the Eustachian tube can be treated by means of a modified PTA catheter which is introduced into the tube with the aid of a special microendoscope specifi cally developed for this purpose. The microendoscope is constructed in such a way that the catheter may be advanced into the tube in a carefully controlled manner without injuring any critical structures. This minimally invasive procedure is extremely gentle on the patient. A preoperative tubomanometry (TMM) is performed on the patients for a detailed assessment of tube function and in order to decide whether dilatation should be performed. |
 Prof. Dr. Holger Sudhoff, M.D., head physician, ENT clinic, Bielefeld |
An experimental investigation was initially performed on cadavers to develop and test the technical procedures of such an intervention. Thereafter, histological examinations were performed on the petrosal bone to record the direct effects that balloon dilation has on the Eustachian tube and its surrounding structures.
|
In order to investigate the functional changes of Eustachian tube dilation by balloon catheter, the intervention was performed on a total of eight patients (aged 20 and above) treating a total of 13 ears. Pre and postoperative results were compared using a specially developed Eustachian tube score (ETS) of subjective and objective parameters. Follow-up examinations were performed after one, two and eight weeks. Only patients with chronic obstructive Eustachian tube dysfunction were included in the study. The Eustachian tube score showed a signifi cant improvement in tube function in the clinical part of the study. There were no intra or post-operative complications. The success of other treatment procedures was mainly assessed using examination methods that only allowed indirect conclusions regarding tube function. This study, however, used tubomanometry as a method of directly measuring tube function by assessing the tube‘s gas transfer capability. Two months after the treatment, ten cases showed evidence of tube opening in all three TMM measurements (30, 40, 50 millibar). Three cases showed tube opening in two of the three measurements. There was not a single case where tube opening did not occur in one of the three measurements. |
 |
Anderen bekeken ook
 |
| Tubomanometer |